Equine infectieuze anemie

Moeraskoorts is de Nederlandse naam voor Equine infectieuze anemie, oftewel besmettelijke bloedarmoede. De ziekte wordt veroorzaakt door een virus, dit virus is familie van het HIV virus bij de mens. Het is niet besmettelijk bij de mens maar er zijn grote overeenkomsten. Zo is een besmet paard voor de rest van zijn leven besmet en wordt het virus overgedragen via bloedcontact. Daarnaast kunnen veulentjes tijdens de geboorte of met de biest besmet worden en in uitzonderlijke gevallen kan een besmette hengst tijdens natuurlijke dekking de merrie besmetten.

Veelgestelde vragen

  • Bijna alle paarden met infectieuze anemie worden besmet door steekvliegen. Grote steekvliegen (dus niet mugjes) steken een besmet paard. Als ze bloed opzuigen van het paard blijft er een klein beetje bloed met daarin het virus aan zijn monddelen zitten. Als de steekvlieg nu binnen korte tijd weer een volgend paard steekt breng hij via zijn monddelen het virus bij het nieuwe paard binnen. Het virus kan ook overgebracht worden door dierenartsen via besmette naalden. Nederlandse dierenartsen gebruiken voor uw paard altijd een nieuwe, steriele naald waardoor dit risico niet aanwezig is.

    Het virus vermenigvuldigd zich niet in de steekvliegen. De vlieg moet daarom binnen korte tijd het besmette en het niet besmette paard steken om het virus over te brengen, anders droogt het bloed aan de monddelen op en gaat het virus dood. De kans dat een paard infectieuze anemie oploopt is daardoor afhankelijk van hoe dichtbij er besmette paarden zijn en hoeveel stekende vliegen er aanwezig zijn.

    Ook “gewone” poepvliegen kunnen het virus overbrengen, maar ze zijn er niet zo efficiënt in als paardenvliegen.

  • Als het paard besmet is met het virus gaat zich dat eerst vermeerderen na 5 tot 30 dagen wordt het paard ziek. Het paard krijgt koorts, is sloom en wil weinig, of niet eten. Deze symptomen kunnen onduidelijk zijn en niet opgemerkt worden. De meeste paarden knappen na korte tijd (tijdelijk) weer op. Maar de besmette paarden krijgen steeds terugkerende perioden van ziekte. Tijdens deze periodes zijn de paarden sloom, hebben koorts en eten slecht. Ze hebben een tekort aan bloedplaatjes en rode bloedcellen (bloedarmoede). De ziekteperioden duren vaak maar 3 tot 5 dagen en de perioden tussen twee ziekteperioden kan weken tot maanden zijn. Tussen de ziekteperioden kan het paard helemaal normaal zijn.

    Bij sommige paarden gaan de ziekteperioden elkaar steeds sneller opvolgen en het paard heeft tussen de ziekteperioden in geen tijd meer om te herstellen. Het begint gewicht te verliezen en krijgt bleke slijmvliezen. Daarnaast kunnen er spontane bloedingen (door het tekort aan bloedplaatjes) plaats vinden en kan het paard dikke benen en vocht onder de borst krijgen.

    Bij andere paarden houden de ziekteperioden op een gegeven moment op (dit gebeurt binnen een jaar na de eerste besmetting) of zijn de symptomen zo mild dat ze nooit opgemerkt worden. Deze paarden blijven de rest van hun leven besmettelijk voor andere paarden.

  • Besmetting kan aangetoond worden met bloedonderzoek. In Nederland zijn op dit moment geen paarden die aangetoond besmet zijn. Maar zoals u hierboven heeft gelezen kan je niet met zekerheid zeggen of we geen besmette paarden in Nederland hebben. Door het importeren van paarden bestaat de kans dat met het paard ook het infectieuze anemie virus geïmporteerd wordt. Het afgelopen jaar is er voor het eerst een besmet paarden aangetoond dat uit Nederland kwam. Ook in België, Frankrijk, Duitsland en Engeland zijn de laatste 2 jaar enkele besmette paarden gevonden. Een aantal van deze paarden was geïmporteerd vanuit Roemenië waar infectieuze anemie vaker voorkomt.

  • Er is nog geen vaccin beschikbaar voor infectieuze anemie. Op het moment dat in Nederland besmette paarden gevonden worden is het advies van de overheid deze te euthanaseren omdat ze de rest van hun leven een besmettingsbron voor andere paarden zijn.

Terug naar aandoeningen