West Nile Virus

Het West Nile virus wordt overgebracht door kleine mugjes. Vogels kunnen dit virus bij zich dragen zonder dat ze zelf ziek zijn. De mugjes zuigen bloed op van de vogel en krijgen met het bloed ook het virus binnen. Als deze muggen vervolgens een mens of een paard steken kunnen zij deze besmetten met het virus. Mensen en paarden kunnen elkaar onderling niet besmetten. Een met West Nile virus besmet paard is dus niet gevaarlijk voor zijn stalgenoten en verzorgers.

Bij de mens kan het virus milde griepachtige verschijnselen geven maar het kan ook een ernstige hersenvliesontsteking veroorzaken.

Bij het paard geeft het virus ook griepachtige verschijnselen, het paard is sloom, heeft koorts en wil vaak niet eten. Paarden kunnen ook hersenvliesontsteking krijgen. Het paard kan dan last krijgen van spiertrillingen, slapte en ataxie (incoördinatie). Hersenvliesontsteking zien we bij ongeveer 1 op de 10 besmette paarden. Van deze patiënten komt bijna de helft te overlijden.

Een medicijn tegen West Nile virus is er niet. Wij kunnen uw paard zo veel mogelijk helpen door hem/haar te ondersteunen met ontstekingsremmers en indien nodig infusen en vitaminen. Het risico op de ziekte kan verminderd worden door te zorgen dat het paard zo min mogelijk door muggen geprikt wordt. Dit kan bijvoorbeeld door het paard in de schemering (als de muggen het actiefst zijn) op stal te houden.

Sinds het voorjaar van 2009 is er in Nederland een vaccin voor West Nile virus beschikbaar. Dit vaccin wordt sinds 2008 met goede resultaten in Amerika gebruikt en is bij dierenkliniek de Kempen op voorraad.

Het vaccinatie schema bestaat uit een basis enting van 2 opeenvolgende injecties met 3 tot 5 weken daartussenin. Daarna moet de enting jaarlijks herhaald worden. Veulens kunnen vanaf 6 maanden leeftijd ingeënt worden.