Kalverdiarree

De belangrijkste oorzaken zijn voedingsgerelateerd of infectieus. Voedingsdiarree zie je na een plotse voederwijziging of na overvoeding. De infectieuze oorzaken zijn weer op te delen in bacteriën (Escherichia coli), virussen (rota- en coronavirus) en parasieten (Cryptosporidium parvum en coccidiose). Er kunnen ook meerdere infecties tegelijkertijd voorkomen.

Voor een correcte behandeling is het noodzakelijk de oorzaak van de diarree te weten. U kunt hiervoor zelf een vers, rectaal genomen mestmonster langsbrengen op de praktijk, of uw dierenarts een mestmonster laten nemen. Hier wordt vervolgens een sneltest op uitgevoerd. Vaak heeft u dan dezelfde dag nog de uitslag!

Hoe eerder een kalf met diarree behandeld wordt, hoe beter de prognose. Het grootste gevaar van kalveren met diarree is uitdroging (diepliggende ogen).

Houd kalveren met diarree maximaal 1-2 dagen volledig van de melk af en geef dan alleen elektrolyten. Daarna kunt u afwisselend elektrolyten en melk toedienen.

Bij sterke uitdroging is het van groot belang dat de dierenarts een infuus met vocht in het bloed toedient. Soms is een behandeling met een ontstekings- en koortsremmer en/of antibioticum nodig (afhankelijk van de oorzaak).

Ook bij kalverdiarree geldt weer; voorkomen is beter dan genezen!

Hierbij dient de weerstand van het kalf zo groot en het aantal ziekteverwekkers waarmee het kalf in contact kan komen zo minimaal mogelijk te zijn. Zorg voor een schone afkalfstal (vers stro), opname van voldoende en goede kwaliteit biest (binnen 12 uur na de geboorte) en voorkom overbezetting en stress.

Zorg dat het ingrijpen bij een kalving hygiënisch gebeurd (schone handen, handschoenen). Gebruik bij het verplaatsen van het kalf na de geboorte schoon materiaal (kruiwagen) en leg het kalf in een schoon hok. Koeien kunnen tijdens de dracht gevaccineerd worden, waardoor het aantal antistoffen in de biest toeneemt en de kalveren beschermd worden tegen diarree.