Sproeien

Zowel poezen als katers kunnen sproeien. Het markeergedrag onderscheidt zich van gewoon urineren. Bij sproeien buigt de kat zijn rug lichtjes, trilt met zijn staart en sproeit dan een klein beetje urine tegen een voorwerp aan. Bij plassen gaat de kat in een zithouding zitten en plast op de grond. Sproeien komt vooral voor bij verandering in leefomgeving (stress), puberteit en paartijd.

Veelgestelde vragen

  • • Een verhuizing of drastische verbouwing.
    • Een scheiding.
    • Te weinig kattenbakken in huis, zeker als er meerdere katten in huis zijn.
    • Opname bij de dierenarts.
    • Naar het pension gaan.
    • Er is een kat bijgekomen of weg gegaan.
    • Er zijn teveel katten in huis of teveel katers.
    • De kat heeft te weinig territorium in huis.
    • De eigenaar heeft een nieuwe baan met andere werktijden.
    • Kijk of u de oorzaak van de stress kunt vinden en probeer hiervoor een oplossing te vinden.

     

    Kijk of u de oorzaak van de stress kunt vinden en probeer hiervoor een oplossing te vinden.

    Een mogelijkheid om dit probleem op te lossen is om de kat tijdelijk op te sluiten. Dit voorkomt verder ongewenst gedrag (en luchtjes overal in huis) en kan in het geval van stress het dier een rustige, veilig gevoel geven. De ruimte mag niet te groot zijn en er moet een kattenbak aanwezig zijn. Als de kat de bak weer gebruikt, kan de kat stap voor stap meer ruimte in huis gegeven worden, door iedere keer een ruimte vrij te geven voor de kat.

  • • De sproeiplekken reinigen met een sopje gemaakt van een neutrale zeep, bv Biotex groen of groene zeep.
    • Daarna de sproeiplekken afspoelen met koud water en goed afdrogen.
    • Sproeiplekken besproeien met een alcoholoplossing via plantenspuit. Eventueel inwrijven met doek voor verwijdering van vetachtige (geur-) componenten.
    • Sproeiplek nu goed laten drogen en evt. feliway aanbrengen om de sproeiplek om te vormen in een aantrekkelijke plaats voor de kat.
    • Verdere aandachtspunten / therapie
    • Bij sproeien zo snel mogelijk uitsluiten of er eventueel een medische oorzaak is (blaasontsteking, gruis). Dit kan door middel van een urine onderzoek.
    • Sproeiplekken niet met ammonia- of chloorhoudende middelen reinigen. Deze halen de eigen geur weg, waardoor de kat juist doorgaat met sproeien.
    • De kat niet laten schrikken tijdens het sproeien/plassen: meer stress dus meer sproeien.
    • Kat laten castreren of steriliseren. Hoe eerder na sproeien hoe beter het resultaat.
    • Watjes met daarop de eigen geur van de kat (de watjes langs de mondhoeken van de kat halen) neerleggen op de schoongemaakte sproeiplekken. (Alternatief voor feliway)
    • Meerdere kattenbakken zonder kap neerzetten. 1 kat – 2 kattenbakken.
    • Kattenbak ver van de voerbak plaatsen.
    • Voerbak op sproeiplek zetten. Ze sproeien namelijk meestal niet op de plek waar het eten staat.
    • Op de plekken waar bv watjes wegwaaien kun je er voor kiezen de plek onaangenaam te maken dmv citronella / een ballon / aluminiumfolie neer te leggen. Bij een gestreste kat geniet dit niet de voorkeur. (i.p.v. watjes feliway sprayen!)
    • Zet een krabpaal neer op de schoongemaakte sproeiplekken.
    • Krabben aan een paal is ook een vorm van geur afzetten.

     

    Als het met deze tips nog steeds niet lukt om uw kat van het sproeien af te helpen is het zeer zinvol om een afspraak bij de dierenarts te maken. Er zijn meerdere behandelingen mogelijk, waaronder het gebruik van antidepressiva. In alle gevallen moet u veel aandacht aan dit serieuze probleem besteden!

Terug naar aandoeningen