Epilepsie

Wat is epilepsie?

In de hersenen treedt er een verstoring op van de elektrische activiteit, waardoor er ongecontroleerde bewegingen en/of een verandering van het bewustzijn plaatsvindt. Er bestaan 3 soorten epilepsie: primaire epilepsie, secundaire en reactieve epilepsie.

Bij primaire epilepsie is dus geen oorzaak aan te wijzen. Wel is er een zekere mate van erfelijkheid aangetoond.

Bij secundaire epilepsie is er een structurele afwijking in de hersenen: o.a. hersentumoren, hersenvliesontsteking, trauma, waterhoofd enz.

Bij reactieve epilepsie ligt de oorzaak buiten de hersenen: o.a. te laag calcium- of suikergehalte in het bloed, leverafwijkingen, hartaandoeningen. Een behandeling van deze vorm van epilepsie begint met het behandelen van de achterliggende oorzaak. Primaire epilepsie komt het meest voor. De rest van deze pagina zal gaan over deze vorm van epilepsie.

Veelgestelde vragen

  • De diagnose wordt gesteld vanuit de anamnese, het lichamelijk onderzoek en het uitsluiten van andere oorzaken (o.a. een bloedonderzoek en eventueel een CT- of MRI-scan van de kop).

  • Er zijn 3 soorten toevallen te onderscheiden:

    Partiële (gedeeltelijke) toevallen:
    Hierbij zijn bepaalde delen van het lichaam betrokken, bijvoorbeeld knipperen met een oog, trillen met een oor en het zogenaamde “vlieghappen”. Deze toevallen zullen niet altijd als epilepsie herkend worden door een eigenaar.
    Gegeneraliseerde (klassieke) toevallen:
    Het dier valt om, verliest het bewustzijn, het lichaam verstijft, er treden krampen op en de poten en kaken kunnen heftig bewegen. Ook kan het dier urine en ontlasting laten lopen. Schuimbekken kan voorkomen. Na een toeval kan het dier nog een tijd (minuten tot soms enkele dagen) ander gedrag vertonen. Dit kan variëren van versuft zijn tot juist overactief gedrag. Direct na een toeval kunnen sommige dieren schrikachtig reageren.
    Atypische toevallen:
    Deze kunnen niet ingedeeld worden bij de 2 andere soorten. De gegeneraliseerde toeval komt het meest voor.
  • Blijf vooral rustig. Over het algemeen duurt een aanval hooguit een paar minuten en komt het dier er vanzelf uit. Het beste kunt u de patiënt met rust laten en zorgen dat ze zichzelf niet kunnen verwonden. Houdt de aanval 10 minuten of langer aan of ontstaan er telkens nieuwe toevallen, dan moet een dierenarts geraadpleegd worden. De dierenarts kan dan met bepaalde medicijnen de toeval(len) proberen te stoppen.

  • Epilepsie kan over het algemeen goed worden behandeld met medicijnen. Middelen die gebruikt worden zijn Valium, Fenobarbital en Kaliumbromide. Afhankelijk van het effect van behandeling kan nader onderzoek nodig zijn. Er bestaan grote verschillen in effectieve doseringen tussen verschillende patiënten. Een behandeling wordt meestal gestart, op basis van ras en intensiteit van de toevallen. Krijgt een hond of kat hooguit 3 keer per jaar een toeval die een paar minuten aanhoudt, dan is een behandeling hiervan niet noodzakelijk. De levenslange medicatie is in deze gevallen is dan vaak belastender voor het dier dan een paar korte toevallen per jaar. Zelfs met medicatie lukt het niet altijd om een hond of kat helemaal epilepsie-vrij te krijgen, maar de frequentie, ernst en duur van de toevallen zal meestal wel duidelijk verminderd worden. De levensverwachting van een patiënt met epilepsie is goed te noemen.

Terug naar aandoeningen