Echografie

We maken bij de echografie gebruik van een ultrasoon geluid. Dit geluid wordt door een “transducer” opgewekt en ook weer ontvangen. De geluidsgolven worden door verschillende weefsels in verschillende mate teruggekaatst. Het doordringingsvermogen is afhankelijk van de frequentie van het geluid, hoe lager de frequentie, hoe beter de doordringing in de weefsels, maar hoe minder nauwkeurig en scherp het beeld.

Bot en lucht weerkaatsen bijna al het geluid, waardoor de structuren die eronder liggen niet zichtbaar zijn. Voor het skelet en de longen is de echo dus niet zo geschikt en wordt bijna altijd gebruik gemaakt van röntgendiagnostiek.

Op onze kliniek hebben we ook de beschikking over digitale röntgen.

Veelgestelde vragen

  • Als een dier voor een buikecho gebracht wordt is het van belang dat het dier nuchter is, dus geen eten gehad heeft op de dag van de echo. Ook is het van belang dat het dier niet geplast heeft en een volle blaas heeft, zodat de blaaswand goed te beoordelen is.

  • Het is bijna altijd noodzakelijk dat het dier geschoren wordt, zodat er geen lucht tussen de transducer en de huid zit. Door gebruik te maken van een gel op waterbasis verbetert het contact nog aanzienlijk.

  • Het maken van een goede echo neemt wel enige tijd in beslag, meestal toch wel zo’n 30 minuten. Ook is niet alles op een echo te vinden, het interpreteren van een echo is niet altijd even gemakkelijk, zeker als je te maken hebt met een wat dikker dier met veel inwendig vet. Soms zal het nodig zijn een biopt te nemen van het weefsel waaraan mogelijk een afwijking zichtbaar is. Dit gebeurt meestal onder begeleiding van de echo.

Terug naar diagnostiek