Afslankprogramma

Naar schatting is 40-50% van onze huisdieren te zwaar. 10 tot 20% daarvan leidt aan de ziekte obesitas. Van overgewicht is sprake bij een toename van het lichaamsgewicht van 20%. Daarboven spreken we van obesitas.

Bij overgewicht is er iets mis in de verhouding tussen energieopname en energieverbruik. Het dier wordt dikker en daardoor weer minder actief.

Overgewicht brengt risico’s met zich mee, o.a.: suikerziekte, hartaandoeningen, gewrichtsproblemen, verminderde weerstand en vergrote risico’s bij narcose en operaties.

Maak een afspraak met een van onze voedingsconsulenten en ga samen voor een gezond gewicht van uw huisdier.

Veelgestelde vragen

  • Een gemakkelijke manier om te controleren of uw huisdier overgewicht heeft is door met een vlakke hand, zonder te duwen over de ribben te strijken. Als u de ribben nauwelijks of niet kunt voelen is uw huisdier te zwaar.

    Lichaamsconditiescore voor de hond

  • Mocht het zo zijn dat uw huisdier toch te dik wordt dan kunt u ervoor kiezen om mee te doen aan het “slim fit” programma. U kunt uw huisdier dan verantwoord af laten vallen onder begeleiding van onze assistentes. Hiervoor wordt dieetvoeding voorgeschreven met extra vitamines, mineralen en stoffen die de vetverbranding stimuleren. Het is namelijk de bedoeling dat de dieren vetmassa verliezen en spiermassa behouden. De voeding zorgt er ook voor dat ze een beter verzadigingsgevoel hebben. De voeding is tijdelijk totdat het streefgewicht bereikt is. Daarna kunt u uw huisdier, onder begeleiding, weer overschakelen naar eventueel de “oude”voeding.

    Om uw huisdier af te laten vallen dienen niet alleen de voedingsgewoontes en de energieopname aangepast te worden, maar tevens is het geven van extra beweging erg goed, mits de omstandigheden dit toelaten. Bij de hond betekend dit: vaker/ langer uitlaten en/ of apporteerspelletjes doen. Bij de kat is dit wat complexer. U zou er meer mee kunnen spelen, kleine beetjes voer op verschillende plekken in huis neerzetten, enz.

    Voor beide dieren bestaan er ook de zogenaamde Activity ball / voedingsbal. Hier kunt u de brokjes instoppen en als uw huisdier ermee rolt, dan vallen er steeds wat brokjes uit.

  • Als men meerdere huisdieren heeft is het vaak moeilijk om ervoor te zorgen dat de patiënt niet alle brokken zelf opeet. Bij de hond kunt u het beste maaltijdvoedingen toepassen, dat wil zeggen: 2-3x daags ( apart ) voeren en dus niet de hele dag voeding laten staan.

    Bij katten is dit lastiger. Er staan vaak de hele dag brokjes. Ook voor hen zou het goed zijn om maaltijdvoedingen toe te passen. Dit moet u wel geleidelijk aan doen. Normaal eten katten 6-12 keer per dag. Dit kunt u eerst terugbrengen naar 4-6 keer per dag en daarna naar 2-3 keer per dag. Als u een kat heeft die niet goed meer kan klimmen, dan kunt u de voeding van de slanke kat op een hogere plaats zetten. Verder kunt u de voeding van de slanke kat ook in een kist zetten met daarin een gat waar de dikkere kat niet doorpast.

    Met wat creativiteit is er voor elk probleem een oplossing te vinden!!

Terug naar voeding